27 april 2016

Meer Genua

Een klein jaar geleden las ik La Superba, de meesterlijke en terecht bekroonde roman van Ilja Leonard Pfeijffer over de stad Genua (zie hier de weblog erover). Onlangs verscheen in twee edities (een gewone paperback en in de serie privé-domein) een dikke bundel Brieven uit Genua die Pfeijffer tussen 2012 en 2015 vanuit die Italiaanse stad verstuurde. Het is een autobiografie in brieven, daadwerkelijk verstuurd maar ook bedoeld om als vervolg op La Suberba uitgegeven te worden. Het merendeel van de brieven is gericht aan zijn ex-vriendin Gelya, met wie Pfeijffer indertijd naar Rome fietste en waardoor hij in Genua is blijven hangen. Ook de brieven aan zichzelf op jongere leeftijd maken een belangrijk deel uit van het boek: in volgorde van vroeger naar nu geeft hij een inkijk in zijn eigen leven, studie, werk en liefdes. Brieven uit Genua is een verrukkelijk boek, vol smakelijke anekdotes, confronterende zelfinzichten, beschrijvingen van alledaags leven en vrolijk ge-ouwehoer, en dat alles in een vloeiende stijl. Over hoe hij zijn eerste poëziebundel bekostigde: Tijdens de Boekenweek had Boekhandel Paagman in Rijswijk een prijsvraag. Je moest een slagzin afmaken. De slagzin luidde: 'Ook buiten de Boekenweek is Boekhandel Paagman puntje puntje puntje.' En op die drie puntjes moest je dan iets invullen. Mijn inzending was 'er'. Tweede prijs. Boekenbon van vijftig gulden. Vijfentwintig gulden per letter. Ik ben sindsdien nooit meer zo goed betaald geweest als schrijver. Het boek staat vol met zulke anekdotes waarbij je in de lach schiet. De beschrijving van de bekendmaking van de AKO Literatuurprijs (La Superba legt het af tegen een boek van Joke van Leeuwen) is tragikomisch. Prachtig het relaas over een uitvaart van een havenarbeider als gevolg van een scheepsongeluk in de haven van Genua. Enzovoort, enzovoort. Pfeijffer is vooral een dichter, maar wat mij betreft schrijft hij voortaan alleen nog maar proza. Ik heb nog heel veel niet van hem gelezen; er moet dus nog veel moois op mij liggen wachten.

24 april 2016

Politiek

Vanuit Zuid-Afrika nam ik ook een biografie van Nelson Mandela mee. Zijn autobiografie kocht ik er ook, maar die volgt nog. Mandela. A critical life is een biografie die Tom Lodge al in 2006 schreef, dus zeven jaar voor de dood van Mandela. Veel is er in die zeven jaar niet meer gebeurd, maar incompleet is de biografie desondanks toch. Daarnaast is het veleer een boek over de politieke carrière van Mandela, dan dat het een levensbeschrijving is. Nu hield hij zich weliswaar voornamelijk met politiek bezig, maar geheel in balans is dit boek toch niet. Het kan ook aan de ondertitel liggen natuurlijk. Dit voor een biografie relatief dunne boek (275 blz) heeft veel te bieden. Lodge becommentarieert bestaande publicaties over Mandela (en ook diens eigen autobiografie) en ontrafelt en ontkracht zodoende veel misverstanden en sprookjes. De opkomst van het ANC, de ruim 25 jaar dat Mandela gevangen zat en zijn snelle gang naar het presidentschap daarna: het zijn boeiende onderwerpen waar vast en zeker aparte boeken over geschreven kunnen worden of inmiddels al zijn geschreven, maar ze komen in dit boek voldoende aan de orde om er een beeld van te krijgen. Mandela is pas ruim twee jaar dood, en er gebeurt in politiek opzicht zoveel in Zuid-Afrika, dat zijn betekenis nog lang niet goed ingeschat kan worden. Hij heeft voorkomen dat er na de omwenteling begin jaren negentig een burgeroorlog uitbrak, en ook in ander opzicht kunnen veel leiders een voorbeeld aan hem nemen. Het is wachten op een grote, veelomvattende biografie. Maar dit boekje is een goede eerste introductie.

Boekenweek 2016

Ik schreef het vorig jaar in de weblog over het boekenweekgeschenk van Dmitri Verhulst: boekenweekgeschenken zijn meestal zes-en-halfjes (zie hier die weblog). Ik had nog nooit iets van Esther Gerritsen gelezen, en Broer is een typisch zes-en-halfje. Het leest vlot weg, het houdt de aandacht goed vast, maar na afloop blijft er weinig van hangen. Of kortgezegd: geslaagde zus heeft een vreemde broer, en aan het eind van het verhaal zijn de rollen min of meer omgedraaid. Een vlot verhaal, stilisch prima geschreven, maar geen blijvertje. Er zijn teveel open eindjes: het bedrijf waar zus werkt, haar familie, het waarom van haar gedrag. Iets te gemakzuchtig (of te gehaast) in elkaar gezet, dit verhaal.

06 april 2016

Tijdlijn


Rond kerst en nieuwjaar was ik in Zuid-Afrika en daar kocht ik in een boekwinkel een op het oog licht verteerbaar maar daardoor handig boekje van Wendy Watson over de geschiedenis van het land, van prehistorie tot nu. This incredible land. A (very) concise history of South Africa behandelt chronologisch de belangrijkste momenten in de geschiedenis van Zuid-Afrika, en de 20ste eeuw krijgt daarin logischerwijs de meeste aandacht. Zo gaat het altijd met geschiedschrijving: over de periode van 1970 tot 1980 is domweg meer kennis beschikbaar dan over de periode van – zeg – 710 tot 720. Voor de gemiddelde lezer zoals ik is die 20-ste eeuw natuurlijk ook het meest interessant, ook al krijgen alle belangrijke momenten uit die geschiedenis aandacht. Voor een Nederlander is die geschiedenis niet iets om trots op te zijn. Kaapstad is weliswaar in 1652 gesticht door de Hollanders (Jan van Riebeeck), maar daarna werden er vrachtschepen vol mensen aangevoerd om slavenarbeid te verrichten. De apartheid werd pas in de 20ste eeuw in wetten vastgelegd, maar daarvoor was de rassenongelijkheid gewoon vanzelfsprekend. Het apartheidssysteem bleek uiteindelijk onhoudbaar. Het boekje bleek gedetailleerder en daardoor minder licht verteerbaar dan gedacht. En dat is een compliment aan de auteur.

03 april 2016

Aftellen


Van Annelies Verbeke las ik vele jaren terug (nog voordat ik in 2006 deze weblog startte) haar debuut Slaap!, dat toen als eigenzinnig-briljant werd ontvangen, maar dat mij tegenviel. Nu kreeg ik van een vriendin haar nieuwste roman cadeau. Dertig dagen heeft een wederom eigenzinnige opzet: de 30 hoofdstukken tellen af in plaats van op, en pas op de voorlaatste en laatste bladzijde wordt duidelijk waarom. Ik verklap dan ook niet wat dit behelst – ik zag het daarvoor ook absoluut niet aankomen. Door dit onverwachte slotakkoord veranderde mijn flinke dosis scepsis die ik tijdens het lezen van het boek aan het opbouwen was. Want het verhaal kwam me als te gefragmenteerd over. De hoofdpersoon heeft een schildersbedrijf en ontmoet allerlei verschillende, meestal rare klanten. Hun verhaallijnen blijven soms onvoltooid, maar dat blijkt dus uiteindelijk niet het hoofddoel van het boek. Verbeke schetst een stemmig beeld van West-Vlaanderen, waarin de belangrijkste stereotype kenmerken voorbijkomen. Omdat ook de hoofdpersoon, ondanks zijn zachtaardigheid, veeleer toeschouwer is dan de spil van de handeling, blijft ook hij een beetje afstandelijk geportretteerd. Het taalgebruik van Verbeke is soms wat cryptisch en hoekig, en precies zoals ik me van dat debuut herinnerde. Door die wending vlak voor het einde toch een bijzonder boek dat indruk achterlaat.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.