11 maart 2015

Roes

Er zijn van die boeken waar iedereen enthousiast over is, maar waar je zelf helemaal niks mee hebt en die je doen twijfelen aan je literaire smaak. De eerste twee pagina's van Naar de overkant van de nacht staan vol met superlatieven, gehaald uit krantenrecensies of uitgesproken door literaire giganten en kenners als Kluun, Tros Nieuwsshow en Maartje Wortel. Enfin, ik las al een tweetal andere boeken van Jan van Mersbergen (zie de auteursindex) en die vond ik best stemmig en hadden een eigen klankkleur. Zo ook deze kleine roman uit 2011, waar ik echter helemaal geen plezier aan heb beleefd. Omdat het zo'n kleine roman is, heb ik het uitgelezen. De ik-figuur heeft zich in het carnavalsgedruis gestort en ondanks, of misschien wel dankzij de oplopende teller aan gedronken glazen bier komen er allerlei herinneringen of losse gedachten aan zijn jeugd- en latere liefde en haar kinderen op. Ook zijn schippersachtergrond spreekt een woordje mee. Korte zinnen en korte alinea's, voortdurende perspectiefwisselingen, volkomen spanningsloze voortgang...: nee helaas, met dit boek kreeg ik geen enkel contact.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.