21 augustus 2011

Gods water en Gods akker

De afgelopen jaren verschenen een aantal zogenaamde literaire thrillers geschreven door jonge schrijfsters met volbloedige Hollandse namen; de stations hingen vol met posters met de omslagen. Ik ben geen liefhebber van dat genre, of beter: ik besteed mijn leestijd liever aan andere boeken. Door mijn vooringenomenheid miste ik de debuurtroman van Franca Treur die ik zonder pardon onder dezelfde categorie schaarde. Dorsvloer vol confetti werd me echter onlangs aanbevolen, en ik las de 26ste druk van deze roman die twee jaar geleden verscheen. Het is een fraai geschreven en stemmig boek over de jeugd van een meisje in een groot boerengezin in Zeeland, waarin godsvrucht en het boerenbedrijf centraal staan. Franca Treur groeide in een vergelijkbare situatie op, maar vermeldt voor alle duidelijkheid voorin het boek dat overeenkomsten met werkelijk bestaande personen op toeval berusten. Dit is zeker niet het zoveelste voorbeeld van een afrekening met een calvinistische jeugd; integendeel eigenlijk. Onderhuids is er zeker een groeiende mate van twijfel en een wil tot ontdekken wat er verder is tussen hemel en aarde, maar tot een doorbraak komt het in het boek niet. Dat is ook niet de aard van de roman; de lezer kan zijn eigen conclusies over dit calvinistische milieu trekken.
Het omslag is mij teveel van het goede. Op het achterplat een foto van de schrijfster, een jonge blonde juffrouw. Op het voorplat eveneens een blond meisje. Als het het boek wijd openslaat is het wel erg blond en quasi-diepzinnig gestaar allemaal.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.