15 juli 2008

Kunstminnend

Het komt zelden voor dat je een biografie leest waarin de schrijver bepaald geen positief beeld schetst van zijn onderwerp. Dit is nu zo’n zeldzaam voorbeeld. Oliver Hilmes prikt de door Alma Mahler-Werfel zelf ontworpen en in stand gehouden mythe door dat zij een dienstbare kunstminnende vrouw was die haar hele leven ten dienste van de kunst en de kunstenaars stelde. Haar eigen biografie Mijn leven las ik zelf niet, wel een brievenboek Het is een vloek een meisje te zijn. Hilmes ontdekte in archieven allerlei nieuw materiaal, waaronder haar eigen ongecensureerde biografische aantekeningen. En daaruit bleek dat ze moedwillig de zaken heeft veranderd om het beeld over zichzelf zo positief te laten uitpakken. Alma Mahler-Werfel (geboren als Alma Schindler) was drie keer getrouwd (met de componist Gustav Mahler, met de architect Walter Gropius en met de schrijver Franz Werfel), en had daarvoor en daartussen vele serieuze en minder-serieuze verhoudingen. Haar echtgenoten werden door haar geminacht, waarbij ze (met name bij Werfel) niet onder stoelen of banken stak dat ze hem eigenlijk minderwaardig vond omdat hij joods was; bij Mahler had ze nog niet zo’n antisemitisme ontwikkeld. Mannen moesten haar aanbidden, anders beschouwde zij hen als haar vijand, waarnaar ze soms ook handelde. Ondanks haar groeiend antisemitisme en haar sympathie met de politiek van de nazi’s, moest ze na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland vluchten, en kwam ze na de nodige omzwervingen in de Verenigde Staten terecht, waar ze in Los Angeles in een Duitse kunstenaarskolonie terechtkwam, waar o.a. de schrijvers Thomas en Heinrich Mann, de componisten Schönberg en Korngold en de dirigenten Walter en Klemperer onderdeel van uitmaakten. Ook daar bleef ze een intrigante, die bewust misverstanden in het leven riep om er zelf beter van te worden. Deze vlot geschreven en vertaalde biografie draait vooral om Alma en haar verhoudingen; bijna 400 bladzijden relationeel positiespel. Uitermate boeiend, ook omdat het al die grootheden (met name uit de muziekwereld zijn mij bekend) opeens gewone mensen zijn. Een fraaie biografie.

12 juli 2008

Hierna nog één keer...

Onlangs verscheen het Geheim dagboek 1996-1998 van Hans Warren, het twintigste deel. Het deel uit zijn stervensjaar 2001 was al verschenen, dus er resteert nog één deel: met de laatste maanden uit 1998, en heel 1999 en 2000. Dan is de serie compleet en is het grootste egodocument uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis afgebouwd. Dit deel is wederom een verrukkelijk en indringend dagboekdeel. Eten, muziek, kunst(kopen), huiselijk gedoe en reisjes: er wordt stevig geleefd in huize Warren-Molenaar. En dat terwijl Warren ver in de zeventig is. Alleen wie deze dagboeken mee-leest zal kunnen begrijpen in welk een heerlijk gebalanceerde leestoestand je als lezer bevindt wanneer je weer een stuk hieruit leest. Nadat ik dit boek uitgelezen had, bekeek ik uit de verzamelbox dvd's met de interviews van Adriaan van Dis op televisie zijn gesprek met Hans Warren (ergens begin jaren '90?) - Warren is gewoon een erg boeiende en lieve man. Wanneer het laatste deel verschenen en gelezen is, ga ik weer van vooraf aan beginnen, denk ik.
Meer Leeslog in eerdere maanden - zie de 'archives' in de rechterkolom.